Pedagogisch Beleid
VANUIT EEN GROEN HART
De 4 wettelijke pedagogische basisdoelen voor de kinderopvang, opgesteld door prof. dr. J.M.A Riksen-Walraven; vormen de basis voor ons pedagogisch handelen, samen met onze agrarisch pedagogische visie. De pedagogische basisdoelen zijn:
1. Het bieden van emotionele veiligheid
2. De ontwikkeling van de persoonlijke competentie
3. De ontwikkeling van de sociale competentie
4. Het eigen maken van waarden en normen
En de agrarische pedagogische visie bestaat uit de volgende kernwaarden:
• Het kind mag er zijn. Elke kind is een individu en is goed zoals hij of zij is. Het kind mag daarom bij ons in de kinderopvang volledig zichzelf zijn.
• Het kind is competent en ontwikkelt zich op eigen tempo. Het kind heeft een natuurlijke drang om te ontwikkelen. We hebben het vertrouwen dat elk kind dit op eigen tempo doet, volgens patronen vergelijkbaar met de natuurlijke processen, zoals we die ook in de natuur en het agrarische bedrijf zien.
• Wij creëren een rijke voedingsbodem. Het is aan ons, als pedagogisch professionals, om te kijken en luisteren naar kinderen, om vervolgens te bepalen wat er nodig is om het kind tot optimale bloei en ontwikkeling te laten komen en dat op maat aan kinderen aan te bieden.
• De agrarische omgeving inspireert het kind. Onze natuurrijke en agrarische omgeving versterkt de al aanwezige natuurlijke ontwikkeling van het kind en is een enorme bron van ontwikkelingsstimulansen en - mogelijkheden.
Hiervoor maken we gebruik van de 6 interactievaardigheden;
Sensitieve responsiviteit: steeds positief reageren als het kind contact zoekt.
Respect voor autonomie: kind het gevoel geven dat het mag zijn wie het is.
Structureren en leidinggeven: de wereld ordenen en gedrag sturen.
Praten en uitleggen: je communicatie afstemmen op het kind, praten en actief luisteren, benoemen, uitleggen, instructies geven.
Ontwikkeling stimuleren: aansluiten bij de innerlijke drijfveer van kinderen om de wereld te ontdekken met spel en avontuur.
Begeleiden van onderlinge interacties: een veilige sfeer scheppen, vriendschappen stimuleren, conflicten op laten lossen, leren omgaan met verschillen.
Voor meer informatie zie het pedagogisch beleid D03H01.2